Beleid van de lokale heffingen
Belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid van 2021 zijn geweest:
- daar waar wettelijk toegestaan het toepassen van een jaarlijkse indexering;
- het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
- terughoudendheid ten aanzien van verhoging van de totale lokale lastendruk.
Indexering
In 2021 is voor de vaststelling van de belastingtarieven rekening gehouden met een indexering van 2,75%, uitgezonderd de precarioheffing kabels en leidingen. Voor de retributies geldt dat de inkomsten van de heffingen niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Indexatie kan dan alleen plaatsvinden als dit uit kostenontwikkeling blijkt. Voor 2021 is hierdoor de rioolheffing niet verhoogd.
Kostendekkende tarieven retributies
Uitgangspunt is 100% kostendekkendheid op begrotingsbasis. Alle kosten die toegerekend kunnen worden, worden doorvertaald in de verschillende tarieven. Afwijkingen die op jaarrekeningbasis ontstaan worden betrokken bij de vaststelling van toekomstige tarieven. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing loopt dit via de egalisatievoorzieningen. Voor de overige tarieven loopt dit via de algemene middelen.
Toerekening van overhead
Op basis van wetgeving (BBV) moet de overhead op consistente wijze aan de tarieven worden toegerekend. Aalsmeer heeft als uitgangspunt toerekening van de overhead aan de tarieven op basis van de directe ambtelijke capaciteit. Dit is vastgelegd in de financiële verordening Aalsmeer 2017 van 9 februari 2017. Concreet betekent dit, dat de totale overheadkosten worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe ambtelijke capaciteitsinzet. Dit levert een overheadpercentage op dat in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen wordt gehanteerd. Het overheadpercentage wordt op begrotingsbasis berekend en niet aangepast op basis van de realisatie in de jaarrekening. Het overheadpercentage 2021 bedraagt 74%.