Overige geïnventariseerde risico's
Lokale effecten van de corona-uitbraak
Algemeen
De corona-uitbraak en de contact-beperkende rijksmaatregelen hebben ingrijpende gevolgen voor de lokale samenleving, maatschappelijk en economisch. De herstelfase moet veelal regionaal en lokaal vorm krijgen. De structurele effecten van een mogelijke recessie op de gemeentebegroting, die voortkomen uit de corona-uitbraak, zullen pas in de loop van 2022 duidelijk zijn. Dit risico is heel moeilijk te kwantificeren.
Cultureel veld
De effecten van de coronacrisis op de culturele organisaties zijn groot. De tijdelijke sluiting(en), afstandsmaatregel en het maximumaantal bezoekers leiden ertoe dat organisaties minder bezoekers ontvangen en voorstellingen, cursussen en tentoonstellingen minder of niet rendabel zijn. De (soms aanzienlijke) inkomsten uit verhuur en verkoop vallen weg. Daarnaast is het ook geen gegeven dat het publiek weer volledig zal terugkeren. Het publieksengagement zal opnieuw moeten worden opgebouwd. De angst bestaat dat de financiële klap niet nu, maar later volgt. De reserves van organisaties zijn eindig.
Tot nu toe is extra gemeentelijke steun nodig geweest voor continuïteit van de Oude Veiling, de Historische Tuin, het Flower Art museum en Cultureel Jongerencentrum N201.
De culturele organisaties nemen maatregelen om hun lasten te beperken en maken gebruik van de steunmaatregelen van rijk, provincie, gemeente en private fondsen.
Onduidelijk is echter hoelang de coronamaatregelen nog zullen duren, hoe groot de schade in 2022 en verder zal zijn en in hoeverre dit door de verschillende overheden wordt gecompenseerd. Wanneer er signalen komen van instellingen dat ze in de gevarenzone zitten, wordt dit gemonitord.
Dit risico doet zich voorlopig nog elk jaar voor (kansklasse 5), de mogelijke schade zal ergens tussen € 100.000 en € 250.000 liggen (gevolgklasse 2).
Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Op 1 januari 2023 (of mogelijkerwijs nog op 1 oktober 2022) treedt naar de huidige verwachtingen de Omgevingswet in werking. De invoering en de implementatie van deze wet betreft een omvangrijk en complex proces waar veel tijd mee gemoeid is / zal zijn. De wet vervangt circa 26 sectorale wetten en ongeveer 120 algemene maatregelen van bestuur die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving (waaronder wonen en bouwen). Het Transitieteam Omgevingswet is binnen de organisatie bezig om de implementatie van de wet in goede banen te leiden.
Tegelijkertijd met de Omgevingswet treedt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor gevolgklasse 1 in werking. Voor een groot deel van de relatief kleinere omgevingsvergunningaanvragen komt de Bouwbesluittoets en het toezicht daarop te vervallen. De verantwoordelijkheid hiervoor komt te liggen bij een private kwaliteitsborger. Er vindt derhalve een verschuiving plaats van uitvoering naar regie bij vergunningverlening. Taken die vervallen bij toezicht verschuiven voor een deel naar handhaving.
Beide omwentelingen gaan financiële consequenties hebben (vervallen van leges, kosten die gemoeid zijn met het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de aanschaf van software, opleiding van medewerkers etc.). Komende periode wordt dit in beeld gebracht. Tevens dient er een nieuw evenwicht gevonden te worden tussen kosten en opbrengsten in de kostendekkende legesexploitatie.
Het risico op financiële effecten als gevolg van deze veranderingsoperatie doet zich éénmalig voor (kansklasse 1). De financiële effecten zullen voornamelijk structureel zijn en kunnen op dit moment nog niet gekwantificeerd worden. In de loop van 2022 zal hierover meer duidelijkheid ontstaan.
Eneco
Bij de verkoop van de aandelen in Eneco Groep N.V. (hierna Eneco) in 2020 is de koper gevrijwaard van de claim van de oud-aandeelhouders van REMU N.V. (hierna REMU). Samenvattend stelt REMU dat Eneco door het juridisch verzet tegen de Splitsingswet verhinderd heeft dat Eneco vóór 31 december 2010 verkocht is en dat REMU daardoor een contractueel afgesproken privatiseringsvergoeding niet ontvangen heeft. Eneco betoogt op hoofdlijnen dat Eneco, inclusief REMU, niet vóór 31 december 2010 verkocht is en dat de aandeelhouders daartoe ook geen plan hadden.
De verkoop van de aandelen Eneco is in 2020 afgerond. De claim bedraagt nu ongeveer € 300 miljoen inclusief rente. Rekening houdend met een totale opbrengst Eneco van € 4,1 miljard betekent toekenning van de claim voor Aalsmeer een terugbetaling van de opbrengst van ca. € 2,0 miljoen. Op 8 december 2020 hebben de oud-aandeelhouders de rechtszaak verloren en hebben ze besloten om in cassatie bij de Hoge Raad te gaan. De procedure loopt nog steeds.