Het totale saldo van de uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar bedraagt per eind 2021 € 7,1 miljoen. Het saldo bestaat uit het saldo overige vorderingen ad € 2,0 miljoen, het saldo vorderingen op openbare lichamen ad € 11.000 en het saldo uitzettingen in 's Rijks schatkist ad € 5,1 miljoen.
bedrag x € 1.000 | 31-12-2021 | 31-12-2020 |
---|---|---|
Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren | 560 | 8.047 |
Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren | 765 | 738 |
Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren | 1.267 | 1.303 |
Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren | -565 | -512 |
Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar | 5.094 | 20.751 |
Vorderingen op openbare lichamen | 11 | 49 |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 7.132 | 30.376 |
Overige vorderingen
Het saldo overige vorderingen bestaat volledig uit het saldo openstaande debiteuren.
Het saldo van de debiteuren (overige vorderingen 1 t/m 4) bedraagt inclusief vorderingen op openbare lichamen € 2,0 miljoen.
Voor elke categorie debiteuren is een voorziening dubieuze debiteuren voor het gedeelte van de vordering waarbij de kans klein is dat deze ontvangen gaat worden. Het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt te specificeren:
bedrag x € 1.000 | Boekwaarde 1januari | Toevoeging | Vrijval | Aanwending | Boekwaarde 31december |
---|---|---|---|---|---|
Dubieuze debiteuren | 135 | 74 | 0 | 1 | 208 |
Dubieuze debiteuren belastingen | 133 | 39 | 0 | 45 | 127 |
Dubieuze debiteuren Sociaal domein | 243 | 0 | 13 | 0 | 230 |
Debiteuren | 512 | 113 | 13 | 46 | 565 |
Schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren. Gemeenten zijn verplicht om tegoeden boven een vooraf vastgesteld maximumbedrag (het zogenaamde drempelbedrag) aan te houden in 's Rijks schatkist. Ultimo 2021 bedraagt de vordering op het Rijk € 5,1 miljoen.
In het besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen dat in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd op de navolgende voorgeschreven wijze. M.i.v. 1 juli 2021 is de hoogte van het drempelbedrag gewijzigd van 0,75% naar 2,0% van het begrotingstotaal. Uit de gegevens blijkt dat in 2021 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) | |||||
Verslagjaar | 2021 | ||||
(1) | Drempelbedrag | 829 | 2.209 | ||
Kwartaal1 | Kwartaal2 | Kwartaal3 | Kwartaal4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 442 | 402 | 479 | 256 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 387 | 426 | 1.730 | 1.953 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
Verslagjaar | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 110.473 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 110.473 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | |||
Tot 1 juli 2021 | Drempelbedrag | 829 | 2.209 | ||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal1 | Kwartaal2 | Kwartaal3 | Kwartaal4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 39.783 | 36.600 | 44.096 | 23.559 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 442 | 402 | 479 | 256 |