5.3 Toelichting op de balans

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Het totale saldo van de uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar bedraagt per eind 2021 € 7,1 miljoen. Het saldo bestaat uit het saldo overige vorderingen ad € 2,0 miljoen, het saldo vorderingen op openbare lichamen ad € 11.000 en het saldo uitzettingen in 's Rijks schatkist ad € 5,1 miljoen.

bedrag x € 1.000

31-12-2021

31-12-2020

Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren

560

8.047

Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren

765

738

Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren

1.267

1.303

Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren

-565

-512

Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar

5.094

20.751

Vorderingen op openbare lichamen

11

49

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

7.132

30.376

Overige vorderingen
Het saldo overige vorderingen bestaat volledig uit het saldo openstaande debiteuren.
Het saldo van de debiteuren (overige vorderingen 1 t/m 4) bedraagt inclusief vorderingen op openbare lichamen € 2,0 miljoen.

Voor elke categorie debiteuren is een voorziening dubieuze debiteuren voor het gedeelte van de vordering waarbij de kans klein is dat deze ontvangen gaat worden. Het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt te specificeren:

bedrag x € 1.000

Boekwaarde 1januari

Toevoeging

Vrijval

Aanwending

Boekwaarde 31december

Dubieuze debiteuren

135

74

0

1

208

Dubieuze debiteuren belastingen

133

39

0

45

127

Dubieuze debiteuren Sociaal domein

243

0

13

0

230

Debiteuren

512

113

13

46

565

Schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren. Gemeenten zijn verplicht om tegoeden boven een vooraf vastgesteld maximumbedrag (het zogenaamde drempelbedrag) aan te houden in 's Rijks schatkist. Ultimo 2021 bedraagt de vordering op het Rijk € 5,1 miljoen.

In het besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen dat in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd op de navolgende voorgeschreven wijze. M.i.v. 1 juli 2021 is de hoogte van het drempelbedrag gewijzigd van 0,75% naar 2,0% van het begrotingstotaal. Uit de gegevens blijkt dat in 2021 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar

2021

(1)

Drempelbedrag

829

2.209

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

442

402

479

256

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

387

426

1.730

1.953

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

110.473

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

110.473

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

Tot 1 juli 2021
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Vanaf 1 juli 2021
(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000

Drempelbedrag

829

2.209

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

39.783

36.600

44.096

23.559

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

442

402

479

256

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2022 10:57:22 met de export van 05/31/2022 13:30:05